De 50/30/20 methode is een simpele budgetteringsregel die je netto-inkomen verdeelt in drie hoofdcategorieën: 50% voor behoeften, 30% voor wensen en 20% voor sparen en aflossen van schulden. Voor de gemiddelde Nederlander met een wekelijks inkomen van 500 netto betekent dit 250 voor essentiële uitgaven, 150 voor leuke dingen en 100 voor financiële doelen.
Het grote voordeel van deze methode voor Nederlanders is de flexibiliteit. In tegenstelling tot sommige strikte budgetteringsmethoden, geeft de 50/30/20 regel je ademruimte terwijl je toch financiële discipline aanleert. De methode is bijzonder effectief voor wekelijkse budgettering omdat het je helpt snel bij te sturen wanneer je uit balans raakt.
De drie categorieën uitgelegd:
- Behoeften (50%): Vaste lasten zoals huur/hypotheek, boodschappen, energie, verzekeringen, openbaar vervoer en andere essentiële uitgaven.
- Wensen (30%): Niet-essentiële uitgaven zoals uit eten gaan, entertainment, hobby's, kleding (buiten basisgarderobe) en vakanties.
- Sparen/Aflossen (20%): Spaarrekening, noodfonds, pensioen, beleggingen en extra aflossingen op leningen.